Alle kleinkinderen en achterkleinkinderen krijgen een bedrag dat niet hoger dan de wettelijke vrijstelling (2017: €20.209). Hieronder vallen zelfs nog ongeboren kleinkinderen waarvan de zwangerschap op het moment van overlijden al bestaat. De vrijstelling voor achterkleinkinderen is overigens veel lager dan van kleinkinderen (2017: €2.129).
Het bedrag van het kleinkindlegaat wordt in mindering gebracht op de erfenis van de ouders. Op deze manier worden uw andere kinderen (zonder kleinkinderen) niet benadeeld. Het kan ook niet zo zijn dat alle kleinkinderen iets krijgen, maar er niets overblijft voor uw kind. Daarom krijgt het kind voorrang tot zijn eigen vrijstelling (2017: €20.209).
Een eerder gemaakt testament blijft gewoon van kracht. Mocht de inhoud gedeeltelijk tegenstrijdig zijn, dan blijft het van kracht voor zover mogelijk.
Zonder testament geldt afgezien van het legaat gewoon de verdeling volgens de wet.
Bij een overlijden, waarbij sprake is van een langstlevende krijgt de langstlevende het vruchtgebruik en moeten de kleinkinderen wachten. Zo blijft uw partner goed verzorgd achter.
Het bloot eigendom is in dat geval bepalend voor de hoogte van het legaat. Op deze manier is het fiscale voordeel nog wat groter.
>> Bekijk het filmpje over vruchtgebruik
Vruchtgebruik eindigt bij het overlijden van de partner. Echter bij bijvoorbeeld hertrouwen, of opname in het verzorgingstehuis kan het ook eindigen. Het legaat wordt dan opeisbaar.
Tot de leeftijd van 25 jaar staat het kleinkindlegaat onder bewind van de ouder. Zodat er door het kleinkind ook mee om wordt gegaan zoals u dat gewild zou hebben. Het mag besteed worden aan studie- of eigen woning, maar kan niet vanaf de 18e verjaardag verbrast worden.